Margot Dieleman
Beroering

weer binden ze hun schorten voor
verbeten vrouwen
die de schande van hun handen
wrijven en vegen
langs de kinderneuzen

terwijl hun mannen in blauwe kielen
de ruggen dronken van het zout
zich door de dag heen zwoegen
achter tralies van dunne ruiten

fluistert de mousseline
traag strikken ze de linten
frĂȘle dames even ijl
als hun japonnen
zijde proeft hun huid
soms dichter dan hun minnaars
en langer ook aanwezig

warrige pluizen
later bleke garens gedompeld
in kuipen vloeibaar licht
stoffen raken dichtst bij mensen
beroeren ons bestaan

en in het kleine duister
van verborgen ogen
lezen onze vingers lijnen
en likken aan de glans


Dit gelegenheidsgedicht werd speciaal
voor Opdonder 4 geschreven door
Otti Borghgraef