Margot Dieleman
SOUVENIR

Textiel is dicht bij onze huid. Het vraagt om aanraking. We kleden ons met textiel, we wikkelen er onze baby’s in, schuiven ertussen om te slapen, draperen het op meubels en op de vloer. Textiel ontwerpen is een kunst, naast architectuur en keramiek allicht de meest verspreide kunst op aarde en van alle tijden. Het is de kunst van het voelbare, de materie, de kleur, de vorm. Het draperen.

Maar textiel wordt niet altijd vervaardigd in zachtheid, tapijt- en textielfabrieken zijn vaak lawaaierig. Er wordt gewerkt met harde metalen, heftig op en neer schietende spoelen met harde punten. Textiel heeft te maken met arbeid, vrouwenarbeid vaak, met concurrentie, met geld, en commercialiteit. In Sint-Niklaas weet men er alles van. Gedurende zowat een halve eeuw was deze stad een hoofdstad van de textiel en de tricot.

In deze ruimte werden de mooiste stoffen verwerkt tot kleren met allure, firma’s zoals Manoukian en Veronique Branquinho lieten hier hun ontwerpen uitvoeren. Dat gaat niet vanzelf. Een continue kwaliteitbewaking vraagt om garanties. Ook schoonheid komt niet vanzelf, er is werk aan, zorg en aandacht vooral. Deze fabriek werd geleid door een dame met allure, ze verenigde in zich de vereisten voor kwaliteit, de zorg voor het werk en voor de mensen. Cultuur is niet altijd zachtmoedig, cultuur is vaak ook revolutie, visie en doorzetting.

Door economische omstandigheden die we allemaal kennen is deze werkplaats geëvolueerd tot de staat waarin ze zich nu bevindt; met in de blauwe wagentjes nog de resten textiel, kapstokken, oude reclame-panelen aan de muren, de resten van een intensieve boekhouding.

Mensen die van textiel houden worden opgewonden door hier te zijn. Zot. Hier is niemand zot. Opgewonden toch. In de bakken liggen prachtige stukken stof, Margot Dieleman en Jacques Neve zijn er gevoelig voor, ze hebben sensibele ogen en hun tastzin is verfijnd. Ze liepen hier rond, voelend, kijkend, en nog eens en nog eens. Ze hebben bladen gescheurd en stoffen verknipt, steeds andere kleuren met elkaar geconfronteerd, stoffen tegen het licht gehouden en geschikt in een rechthoek, ze hebben collages gemaakt van voelbaarheid, van gedachten en verlangens. Ze hebben collages gemaakt die terug in de tijd werken. Zoiets krijgt dan de naam van ‘souvenir’ en dat werd de titel van deze tentoonstelling.

Jacques Neve is kunstschilder, kunstkenner, hij maakt collages en kleine installaties, hij is een meester die andere coacht en opleidt, hij is Jacques Neve. Nog iets. Twintig meter verder heeft hij zijn atelier, het is een stuk van een vroegere turnzaal, daarvan heeft hij drie hoge vensters en bij het licht van die vensters maakt hij gekunstelde schoonheid. Ik bedoel, hij schildert niet naar de natuur, neen hij maakt eerst zijn stukje natuur, het is cultuurnatuur. Hij is vertrouwd met het leven van deze fabriek, hij woont er als het ware. Hij kent de dame die dit verwezenlijkte. Hij weet alles van textiel en kleur. Zo maakte hij met kennis, inzicht en metier enkele ingetogen werken. Het zijn collages en kleine installaties.

Het werk schreeuwt niet om aandacht. Het is zacht en het kreeg als vanzelfsprekend zijn plek in deze ruimte. Maar let op, bij Jacques Neve telt elke millimeter, bij hem is zwart ook kleur en wit getaand door de tijd. Elk element, het zachtste stukje stof, het streepje garen krijgt een juiste plek. Niets is toeval, het natuurcultuur van Jacques Neve is verfijnd en gerijpt. Hij is als de ervaren meester die met weinig zeer veel kan tonen.

En dan is er het werk van Margot Dieleman. Ze is wetenschapper, vrouw, ze lacht vaak, en houdt daarna het hoofd scheef, luisterend naar haar eigen echo. Kleur is een fors deel van haar kunst, de kunst die is zoals textiel is, omfloerst. Zichtbaar via een omweg, laag op laag, een beetje uitdagend, speels zelfs, complex in ieder geval. Ze toont meer dan honderd werken. Ze kweken in reeksen. Soms vertrekkende van de reclamefoto’s, soms – zoals in de lange zaal daarachter - geïnspireerd door de natuur. Er is oranje, de kleur van het optimisme van de jaren zeventig, rood zelfs, voorzichtig, Ontwerptekeningen met stippellijnen, de verknipte lichamen van de mannequins, de achtergrond van dessins, ze vormen bij elk werk een nieuwe eenheid. Het werk is ongegeneerd, en ook het is een souvenir.

Ook Margot heeft veel met dit bedrijf, haar moeder werkte hier, de plaats waar ze werkte is nu gemarkeerd door een rood tapijtje en het woord mama. Die mama maakte de wisselwerking mee tussen het harde werk en schoonheid. Haar schoonvader was directeur bij Filteint en op een hoogst professionele wijze bezig met kleur. Niets is toeval. Hoewel de basis van deze collages bestaan uit elementen uit een recent verleden, de jaren zeventig, tachtig, negentig, toch is dit werk hedendaags. Margot Dieleman heeft de kleuren herschikt. Tot nieuw leven. Dames en heren laten we op een warme zondagmiddag in juni genieten van dit nieuwe leven. Leve Jacques Neve Leve Margot Dieleman.

Johan de Vos, 8 juni 2014